Interview Annelies Sarrazin, meervoudig Belgische kampioene 20 km snelwandelen

Waar komt de discipline vandaan ?

Snelwandelen zou in de victoriaanse tijd (1837-1901) ontstaan zijn uit weddenschappen in  Engeland. De rijke lords zouden het leuk gevonden hebben om voor hun personeel die naast de paardenkoetsen van hun meester liepen, wedstrijden te organiseren  en daar geld op in te zetten. Zeker is dat het snelwandelen in de late 19de eeuw doorbrak in de Verenigde Staten. Volgens Matthew Algeo, de auteur van het boek "Pedestrianism" was het toen een echte populaire spektakelsport: deelnemers legden toen in overvolle arena’s in zes dagen tot bijna 1.000 km af. Sinds 1904 is het een olympische discipline.

Is wandelen de juiste omschrijving ?

<< Snelwandelen is eigenlijk een onjuiste term >> zegt meervoudig Belgisch kampioene Annelies Sarrazin. << Veel mensen denken dat je tegen 6 of 7 kilometer per uur wandelt. Of ze verwarren het met Nordic walking. Dan krijg ik de vraag: Is dat met die stokken ? >>.
Het ziet er niet uit, dat vurig voortbewegen, maar feit is dat de toppers een gemiddelde snelheid van 13 tot 14 kilometer per uur halen. Sarrazin zelf legde de 10 kilometer bij haar laatste nationale titel af in 55’10” aan  een tempo van bijna 11 km/ uur.
Zweven is daarbij uit den boze. Deelnemers moeten altijd één voet aan de grond houden. De achterste voet mag dus slechts de grond verlaten als de voorste voet de grond heeft geraakt. Een jury houdt dat in het oog. Bovendien moet de knie van het standbeen gestrekt blijven tot die recht onder het lichaam is. Vandaar de zwaaiende heupen en de gehoekte armen.

Hoe begin je er in hemelsnaam aan ?

Stelen met de ogen is de boodschap. Sarrazin heeft het zichzelf aangeleerd. Ze begon eraan in 2012 nadat ze de sport tijdens de Olympische Spelen van Sydney had ontdekt. << Het meeste hebben mijn man en ik zelf uitgezocht via filmpjes op het Internet. Ik ben beginnen te oefenen op korte afstanden, hierbij voortdurend denkend aan gestrekte benen >>.

Snelwandelen is niet te onderschatten, het vergt veel oefening om de belastende techniek onder de knie te krijgen. Het trainingsmenu van Sarrazin oogt indrukwekkend: vier- tot vijfmaal per week trekt ze op pad om 8 tot 16 km te snelwandelen, minstens één keer gaat ze lopen en daar komen nog driemaal kracht- en stabiliteitsoefeningen en één techniektraining bovenop.

Is snelwandelen een populaire sport ?

Dat wordt bepaald door het land waar je woont. In ons land is de interesse voor de discipline sterk verminderd. Volgens Sarrazin zijn er nog een zestal mannelijke beoefenaars en een tiental vrouwen. << Maar in landen als Portugal, Spanje, Mexico, Rusland en China krijgt de sport veel aandacht en respect. De laatste twee landen hebben zelfs  snelwandelscholen waar kinderen vanaf hun jeugd ermee bezig zijn. Ze worden klaargestoomd om topatleet te worden in die sport >>.

In België is daar geen sprake van. Vier jaar geleden al investeerde de Vlaamse Atletiekliga niet meer in de discipline. << Als mensen getalenteerd zijn, doen ze liever aan afstandslopen. Waarom zou je dan snelwandelen ? >> klonk het toen. Voor wedstrijden wijkt Sarrazin uit naar Frankrijk of naar Nederland want in Vlaanderen worden ze nog amper georganiseerd.
De laatste Belgische snelwandelaar die bekwaam was om de scherpe, internationale limiet te halen (50 km/ 3u 52') was Godfried Dejonckheere. Hij nam deel aan de Olympische Spelen van Seoel (1988) en van Barcelona (1992) waar hij op de 50 km werd gediskwalificeerd. Sedertdien heeft nog geen andere Belgische atleet de scherpe Olympische limiet kunnen bereiken. 

Waarom ontstaat er vaak heisa over ?

Bij verspringen of de 400 meter is het duidelijk: de atleet die het verst springt of het snelst loopt is de winnaar. Snelwandelen is een jurysport en is dus geregeld een voorwerp van discussie. 
Snelwandelen, een onderdeel van de atletiek, is een Olympische sport. Het is een kracht- en uithoudingsport. Volgens de regels van het snelwandelen moet de atleet met minimaal één voet contact houden met de grond (= permanent bodemcontact) en het aanvallend of voorste been moet gestrekt blijven (= geen gebogen knie) tot het volledig voorbij het lichaam is. Door de hoge snelheden van de atleten, in het bijzonder op de 10 & 20 km piste, kan een beslissing van de scheidsrechter soms in vraag worden gesteld. Wie drie kaarten of waarschuwingen krijgt wordt gediskwalificeerd. Net dat trekt Sarrazin aan. << Die waarschuwingen die je kunt krijgen maken het spannend en uitdagend >> aldus Sarrazin.

Revisor: Theo Bické

Opslaan